vrijdag 16 mei 2014

vluchtelingen, verhuizingen, paniek 14-15-16 mei 1940 in Het Godshuis




Dinsdag, 14 Mei: 
Kwart voor zes in de morgen. ’n Duits vliegtuig wordt door Franse jagers gemitrailleerd. Brandend en knallend komt het monster van den Leemweg over ‘tklooster gevlogen om te St.-Kruis te pletter te vallen. Angstig vliegt iedereen uit de kapel, den kelder in. ’t Gevaar is eigenlijk geweken! Nog altijd nieuwe vluchtelingen!


In ‘t klooster zijn er nu al 54 opgenomen. Ze slapen in de klas van het 4e studiejaar. ’t Zijn alleen jonge mannen van Dorne, Opoeteren, Hechtel, Exel, Neerpelt, Geel, Kalmthout,... De weeskinderen slapen in den benedengang aan fruitkelder. De zusters van Averbode , Schreiboom, Moederklooster, deze voormiddag toegekomen, slapen in de mannenzaal beneden; de mannen verhuizen naar de kofferplaats.


Woensdag 15 Mei: 
Er komt een bevel dat de mannen van 16 tot 35 jaar naar Frankrijk moeten. In de voormiddag vertrekken er reeds een tiental: jongens-vluchtelingen. De keldervensters worden overal met zandzakjes afgezet. De vluchtelingen helpen hieraan en dragen de ijzeren bedden naar beneden om een lazaret in gereedheid te brengen voor burgerlijke slachtoffers, en dit in den aardappelkelder. ‘s Middags zitten ze aan lange tafels in de buitengangen te eten.


Donderdag 16 Mei:
Franse soldaten worden ondergebracht in onze klassen en bij de burgers. De paarden staan vastgebonden buiten aan de bomen voor de kapel. Wijl ‘tgevaar met den dag groter wordt, vertrekken we
er 25 mensen-vluchtelingen naar Frankrijk.

`

Geen opmerkingen:

Een reactie posten